Jihadisten hebben gisteren een tankkonvooi aangevallen dat de grens overstak naar Mali. Het militaire regime in Bamako heeft een einde gemaakt aan een onofficieel staakt-het-vuren dat recente brandstoftekorten in het land heeft verlicht. Sinds september richten jihadisten die trouw zweren aan Al-Qaeda zich op brandstofkonvooien, voornamelijk uit Senegal en Ivoorkust. De afgelopen maand was er echter geen melding van een dergelijke aanval, wat suggereert dat er een onofficiële wapenstilstand was tussen de jihadisten en het militaire regime.
De aan Al-Qaeda gelieerde Organisatie voor de Ondersteuning van de Islam en Moslims (WIM) heeft de verantwoordelijkheid opgeëist voor de hinderlaag tegen het Malinese legerkonvooi dat tankers begeleidde nabij de zuidelijke stad Buguni. De Malinese strijdkrachten hebben gemeld dat het konvooi onder vuur kwam te liggen van terroristen, maar dat de situatie onder controle was gebracht en de rest van het konvooi naar zijn bestemming werd begeleid. Een AFP-journalist zag tientallen tankers in de hoofdstad aankomen via een weg die Ivoorkust met Mali verbindt en door Bougouni loopt.
De laatste tijd arriveren tankkonvooien in de hoofdstad met de escorte van het leger en Russische paramilitairen, met luchtsteun. Het onofficiële staakt-het-vuren tussen de autoriteiten en de jihadisten is nooit officieel erkend door de junta. WIM wordt door de VN beschreven als de meest invloedrijke jihadistische organisatie en de “ernstigste bedreiging voor de Sahel”.






























































