In Milos is een enorm hydrothermisch veld ontdekt, zoals onthuld in een publicatie in het tijdschrift “Scientific Reports” door een internationaal onderzoeksteam met gerenommeerde Griekse wetenschappers. Dit veld werd gelokaliseerd tijdens de METEOR M192-missie, waarbij geavanceerde onderwatersystemen werden gebruikt om de zeebodem in kaart te brengen en te onderzoeken. De ontdekking van tot nu toe onbekende hydrothermale bronnen op een diepte tussen 100 en 230 meter plaatst Milos als een van de grootste hydrothermale systemen in de Middellandse Zee.
De studie documenteert drie hoofdgebieden met hydrothermale bronnen: Agia Kyriaki, Paleochora-Theoriheia en Vani, allemaal gelegen in actieve breukzones langs het continentale plat van Milos. Deze breukzones maken deel uit van de Milos-Firiplakas graben, die de zeebodem heeft verlaagd tot een diepte van 230 meter. De correlatie tussen de locatie van hydrothermale velden en deze geologische structuren wijst op de sterke invloed van tektonische krachten op de opstijging van hydrothermale vloeistoffen.
Solveig I. Bihring, een wetenschapper bij MARUM – Centrum voor Mariene Milieuwetenschappen van de Universiteit van Bremen, leidde de expeditie die de bronnen ontdekte en was verrast door de omvang en schoonheid van de bronnen. Paraskevi Nomiko van de Nationale en Kapodistrian Universiteit van Athene benadrukte dat de ruimtelijke verdeling van de bronnen nauw verbonden is met de tektonische structuur van het eiland.
De ontdekking van deze hydrothermische velden op Milos biedt inzicht in de interactie tussen tektonische processen, vulkanisme en hydrothermische activiteit. Het eiland fungeert als een belangrijk natuurlijk laboratorium voor de studie van deze processen in de Middellandse Zee. Door het verzamelen van nieuwe gegevens wordt er gewerkt aan een algemeen model van de tektonische structuur en het vulkanisme rond Milos, wat belangrijk is voor het begrijpen van vulkanisme in relatie tot actieve tektoniek.





























































