In het derde kwartaal van dit jaar hadden mensen in Nederland gemiddeld meer te besteden, ondanks de stijgende kosten van levensonderhoud. Volgens het CBS is deze stijging vooral te danken aan hogere lonen door collectieve arbeidsovereenkomsten (cao). Tegelijkertijd steeg ook de hypotheekschuld in het afgelopen kwartaal.
Toename van besteedbaar inkomen
Het zogenoemde reëel beschikbaar inkomen, gecorrigeerd voor prijsstijgingen, was 1,5 procent hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. Het gemiddelde inkomen van werknemers en zelfstandigen steeg eveneens. De totale werknemersbeloning nam met 7 procent toe, terwijl het inkomen van zelfstandigen vooral in de zorgsector aanzienlijk steeg. Het aantal banen voor werknemers groeide met 0,5 procent, en de cao-lonen waren 6,9 procent hoger.
Voordelen en belastingen
De totale uitkeringen stegen met 8,3 procent, grotendeels omdat deze vaak gekoppeld zijn aan het minimumloon, dat met 7 procent toenam in vergelijking met een jaar eerder. Tegelijkertijd betaalden mensen gemiddeld 13,3 procent meer aan belastingen en sociale premies.
Groeiende hypotheekschuld
De totale hypotheekschuld van Nederlandse huishoudens groeide met 10,1 miljard euro ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Deze stijging is sneller dan vorig jaar, mede door hogere huizenprijzen in het derde kwartaal en een toename in het aantal verkochte woningen.
Ondanks de stijgende hypotheekschuld daalde deze als percentage van het bruto binnenlands product (bbp) van 79,2 procent in het tweede kwartaal naar 79 procent in het derde kwartaal. Dit is het laagste niveau sinds het derde kwartaal van 2001, wat een positief signaal is voor de verhouding tussen economische groei en schuldenlast.