Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft vandaag Armenië veroordeeld voor de passiviteit van zijn autoriteiten ten aanzien van homofobe publicaties. Veertien Armeense activisten, NGO-leden, journalisten of onderzoekers die actief zijn op het gebied van mensenrechten, waaronder de rechten van LHBTI+ personen, hadden beroep aangetekend bij het Hof in Straatsburg.
Het specifieke doelwit van de veroordeling was een artikel met de titel “Serving the interest of the international homoseksuele lobby: de zwarte lijst van vijanden van de natie en de staat”, dat in 2014 werd gepubliceerd op de website van de krant Irakunk. Dit artikel richtte zich op homorechtenlobbyisten, het Eurovisie Songfestival en de winnaar van 2014, Conchita Worst, die denigrerend werd beschreven als “het afval van de mensheid”.
Het artikel bevatte zelfs links naar de Facebook-profielen van de eisers, wat hun privacy ernstig schond. Ondanks pogingen om schadevergoeding te verkrijgen via de Armeense rechtbanken, waren de eisers niet succesvol en daarom stapten zij naar het EHRM.
In het arrest van vandaag oordeelde het Hof dat er sprake was van een schending van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven beschermt, zowel op zichzelf als in combinatie met artikel 14 dat discriminatie verbiedt. Als gevolg hiervan moet Armenië aan elke eiser € 2.000 betalen voor immateriële schade en € 1.067 aan de eisers gezamenlijk voor juridische kosten.
De veroordeling van Armenië door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens benadrukt het belang van het beschermen van de rechten en privacy van alle individuen, ongeacht hun seksuele geaardheid. Het is een stap in de richting van gelijke behandeling en respect voor diversiteit binnen de samenleving.