Hongarije heeft officieel 1 miljard euro aan Europese fondsen verloren als gevolg van schendingen van de rechtsstaat. Deze bevriezing van fondsen was het resultaat van acties van de Europese Commissie, die ernstige zorgen had geuit over het Hongaarse gebruik van de Europese begroting. Dit had vooral te maken met de voorwaarden voor openbare aanbestedingen en een gebrek aan controle en transparantie. Hoewel Boedapest enkele hervormingen heeft doorgevoerd om een deel van het geld vrij te geven, blijft er nog steeds 19 miljard euro vastzitten.
Premier Viktor Orbán heeft beloofd te vechten om het geld dat van Hongarije is te beschermen. Hij beschuldigt de EU ervan op verschillende manieren en om verschillende redenen Hongaars geld af te pakken. In juli oordeelde de Europese Commissie in een rapport dat Hongarije de democratische regels van de EU niet respecteerde, met name op het gebied van corruptie, politieke financiering, belangenconflicten en media-onafhankelijkheid.
In deze moeilijke situatie voor Orbán heeft zijn nieuwe tegenstander Peter Magyar opgeroepen tot vervroegde parlementsverkiezingen. Uit opiniepeilingen blijkt dat zijn partij momenteel aan de leiding staat. De verkiezingen waren oorspronkelijk gepland voor het voorjaar van 2026, maar Magyar dringt aan op een snellere datum om te voorkomen dat het land nog een jaar voor niets verliest. Hij is vastbesloten om de miljarden euro’s die de Europese Unie aan Hongarije verschuldigd is terug te krijgen.
De situatie in Hongarije laat zien hoe de Europese Unie actie onderneemt tegen lidstaten die de rechtsstaat schenden. Het verlies van 1 miljard euro aan Europese fondsen is een duidelijk signaal dat dergelijk gedrag niet getolereerd wordt. Het is belangrijk dat landen zich houden aan de democratische waarden en normen van de EU om in aanmerking te komen voor Europese steun.