De president van Turkije, Recep Tayyip Erdogan, ontving de Russische minister van Buitenlandse Zaken, Sergei Lavrov, in het presidentiële paleis in Ankara voor een uur durende vergadering. Tijdens deze ontmoeting herhaalde de Turkse minister van Defensie, Hakan Fidan, het voorstel om vredesonderhandelingen tussen Rusland en Oekraïne te organiseren, en benadrukte hij de steun van Ankara voor het Amerikaanse initiatief om de oorlog te beëindigen.
Fidan benadrukte het belang van betrokkenheid van beide partijen bij de vredesbesprekingen en prees het nieuwe initiatief van de Verenigde Staten als een uitkomstgerichte aanpak. Hij geloofde dat een oplossing kon worden bereikt door onderhandelingen waarbij beide partijen betrokken waren.
Sergei Lavrov van zijn kant verklaarde dat Rusland klaar was voor onderhandelingen om de oorlog in Oekraïne te beëindigen, maar benadrukte dat Moskou alleen de vijandelijkheden zou stoppen als een vredesregeling de doelen van Rusland zou dienen.
Het bezoek van Lavrov vond plaats op de derde verjaardag van de Russische invasie van Oekraïne en een week na de reis van de Oekraïense president Volodimir Zelenski naar Ankara. Tijdens de gesprekken tussen Lavrov en Fidan werd ook gesproken over de ontwikkelingen in Syrië.
Fidan benadrukte de noodzaak om de veiligheidszorgen van Turkije te respecteren en riep de internationale gemeenschap op om gezamenlijk te strijden tegen de Islamitische Staat en de PKK. Hij pleitte voor de afschaffing van Koerdische autonomie en de ontmanteling van de Syrische Democratische krachten, waarvan het hoofdlichaam de Koerdische krachten YPG zijn.
Lavrov bekritiseerde op zijn beurt de rol van de Verenigde Staten in Syrië en beschuldigde hen ervan illegale verkopen te gebruiken om quasi-statenstructuren te financieren en de oprichting van Koerdische autonomie te ondersteunen.
Al met al lijken Turkije en Rusland bereid te zijn om vredesonderhandelingen te organiseren om de conflicten in Oekraïne en Syrië aan te pakken, maar het blijft afwachten hoe deze gesprekken zich zullen ontwikkelen en of er daadwerkelijk vooruitgang geboekt kan worden in het bereiken van vrede en stabiliteit in de regio.