Uit gegevens over de winkelomzet in 2024 blijkt dat huishoudens bezig zijn met het ‘snijden’ van onnodige consumptie-elementen. Het groeipercentage van de winkelomzet bedroeg 2,4%, wat lager is dan de inflatie van het voorgaande jaar. Als voedsel en brandstof uit het totaal worden uitgesloten, daalt de groei zelfs tot 1,8%. Dit wijst erop dat huishoudens zich voornamelijk richten op het verminderen van hun uitgaven aan minder “noodzakelijke” producten.
De gemiddelde consumptie per hoofd van de bevolking, inclusief toeristen, bedroeg €6.882 en steeg met 2,6% ten opzichte van het voorgaande jaar. Echter, voor niet-essentiële producten werd dit bedrag teruggebracht tot €2.497, met een groei van slechts 2%. Dit geeft aan dat huishoudens selectiever zijn geworden in hun aankopen en minder uitgeven aan producten die als niet-essentieel worden beschouwd.
Een interessante bevinding was de toename van de concentratiegraad van grote bedrijven in de detailhandel. Ondanks het feit dat de omzet onder de inflatoire drempel groeide, braken alle bedrijven in de sector voor het eerst in de geschiedenis de €70 miljard omzetbarrière. Dit kan worden gezien als een teken van de impact van de inflatoire crisis op de consumptiepatronen van huishoudens.
De retailsector die het grootste deel van de omzet genereerde, was die van “Retailing in niet-gespecialiseerde winkels die voornamelijk eten, drinken en tabak verkopen”. Andere sectoren zoals autoverkoop en farmaceutische producten vertoonden ook een groei, zij het in mindere mate. Dit wijst op een verschuiving in de voorkeuren van consumenten en een focus op essentiële producten.
Al met al laten de gegevens over de winkelomzet in 2024 zien dat huishoudens bezig zijn met het beperken van hun consumptie, vooral als het gaat om niet-essentiële producten. De toename van de omzet bij grote bedrijven en de daling bij kleinere retailers weerspiegelen deze trend van selectiever winkelen en het verminderen van onnodige uitgaven. Dit kan worden gezien als een reactie op de economische omstandigheden en de inflatoire druk die huishoudens dwingt om kritischer te kijken naar hun uitgavenpatronen.