Het Supreme Special Court of Appeal heeft onlangs een beslissing genomen over de terugwerkende krachtclaims van gepensioneerden die tijdens de mnemonische periode bezuinigingen hebben geleden. Volgens de rechtbank ontbreekt het aan jurisdictie voor deze zaak. Dit betekent dat de rechtbank niet bevoegd is om te beslissen welke eerdere uitspraken de overhand hebben, zoals die van de COE in 2015 en het Hooggerechtshof in 2023.
De ACP heeft aangegeven dat de twee verschillende uitspraken, hoewel tegenstrijdig, niet in strijd zijn met elkaar. Het Hooggerechtshof heeft de bezuinigingen op de hulpmiddelen die plaatsvonden bij de bank van Griekenland als constitutioneel beschouwd, maar niet als geheel. Ongeveer 350.000 gepensioneerden hebben een beroep gedaan op de rechtbanken voor retroactieve bedragen als gevolg van de bezuinigingen tijdens de financiële crisis en de memorandums.
De gerechtelijke procedures voor deze gepensioneerden gaan normaal verder, maar het is aan de overheid om te beslissen of ze de pensioenen alleen voor deze groep moeten betalen of dat er individuele proeven zullen plaatsvinden. Andere gepensioneerden die geen rechtszaken hebben aangespannen, hebben niets te verwachten van deze beslissing.
Het is belangrijk om te benadrukken dat de uitspraak van het Supreme Special Court of Appeal niet betekent dat alle gepensioneerden automatisch recht hebben op terugbetalingen. De situatie blijft complex en er zullen verdere stappen moeten worden genomen om de belangen van alle gepensioneerden te waarborgen. Het is afwachten hoe de overheid zal reageren op deze beslissing en welke gevolgen dit zal hebben voor de gepensioneerden in kwestie.