Veertien redders werden dood aangetroffen in de Gazastrook nadat ze vorige week waren gedood door een Israëlisch legerincident tegen ambulances in het zuiden van Gaza. De Palestijnse Rode Halve Maan maakte bekend dat van de veertien doden acht leden waren van de Palestijnse Rode Halve Maan Ambulance, vijf waren lid van de politieke verdediging in de Gazastrook en één was een VN-werknemer. Het is nog niet duidelijk waar de VN-medewerker aan het werk was op het moment van het incident.
De Rode Halve Maan en de politieke verdediging hadden het contact verloren met de reddingsgroepen nadat Israëlische soldaten op 23 maart het vuur hadden geopend op ambulances. Het Israëlische leger gaf toe dat ze het vuur hadden geopend op de ambulances omdat ze deze als verdacht beschouwden, terwijl Hamas sprak van een oorlogsmisdaad. De gebeurtenissen vonden plaats in het Tal Al-Sultan District, ten westen van Rafa, waar de Israëlische autoriteiten het de reddingsgroepen verhinderden om het gebied binnen te gaan om de vermiste redders te zoeken die onder vuur lagen van de Israëlische troepen.
Het Israëlische leger beweerde dat ze eerst op Hamas-terroristen hadden geschoten en toen verdachte voertuigen opmerkten die in hun richting kwamen, waarop ze ook het vuur openden. Uit het voorlopige onderzoek bleek dat sommige van deze verdachte voertuigen ambulances en brandblussers waren, volgens het leger. Ze merkten op dat terroristische organisaties in de Gazastrook herhaaldelijk ambulances gebruiken voor terroristische doeleinden.
Deze tragische gebeurtenis werpt een schaduw over de humanitaire inspanningen in de Gazastrook en benadrukt de moeilijkheden waarmee hulpverleners worden geconfronteerd in conflictgebieden. Het is belangrijk dat dergelijke incidenten grondig worden onderzocht en dat er maatregelen worden genomen om de veiligheid van hulpverleners te waarborgen tijdens hun humanitaire missies.