De tijdelijke president van Syrië, Ahmad al-Sarah, heeft aangekondigd dat de verantwoordelijken voor het bloedvergieten van burgers in het land verantwoordelijk zullen worden gehouden. Op dit moment is er sprake van minstens 973 burgers die zijn gedood in het westelijke deel van Syrië, waar de gewelddadige incidenten de afgelopen week hebben plaatsgevonden. De Verenigde Naties, de Verenigde Staten en andere landen hebben de slachtingen van burgers veroordeeld en dringen er bij de Syrische autoriteiten op aan om hier een einde aan te maken.
Het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten, een niet-gouvernementele organisatie met een breed netwerk van bronnen in Syrië, heeft gemeld dat het totale aantal slachtoffers is gestegen naar 973, waaronder vrouwen en kinderen. De NGO spreekt over moorden, executies en andere gruweldaden die hebben plaatsgevonden. De golf van geweld begon afgelopen donderdag met een aanval op vermeende aanhangers van Bashar al-Assad in de stad Jabla, nabij Latakia.
De nieuwe autoriteiten in Damascus hebben hulp gestuurd naar provincies naast Latakia en Tartus om de veiligheidstroepen te ondersteunen in hun strijd tegen Assad’s aanhangers. Helaas zijn er ook leden van de veiligheidstroepen en gewapende volgelingen van Assad omgekomen bij de confrontaties. Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten zijn er tot nu toe ongeveer 1500 doden gevallen.
Tijdens een toespraak in een moskee in Damascus riep president Sarah op tot nationale eenheid en vrede. Hij kondigde aan dat er een onafhankelijke onderzoekscommissie zal worden opgezet om de daders van de misdaden tegen burgers te identificeren. De internationale gemeenschap kijkt met argusogen toe en dringt er bij de Syrische autoriteiten op aan om de verantwoordelijken voor het bloedvergieten ter verantwoording te roepen. Het is nu afwachten hoe de situatie in Syrië zich verder zal ontwikkelen en of er gerechtigheid zal worden bereikt voor de slachtoffers van deze gruwelijke misdaden.