Frankrijk en Duitsland staan tegenover elkaar in een grote confrontatie over het Europese defensiepakket van 150 miljard euro. Het conflict draait om de vraag of dit geld alleen beschikbaar zal zijn voor EU-landen of ook voor landen buiten de EU, zoals Turkije. De Franse president Emmanuel Macron is van mening dat het geld alleen moet worden besteed aan defensieapparatuur van Europese oorsprong, terwijl de Duitse kanselier Angela Merkel voorstander is van openstelling voor niet-EU-partners.
De Europese Commissie heeft voorgesteld om 150 miljard euro te investeren in de Europese defensie-industrie om de militaire productie van Europa te stimuleren. Dit voorstel wordt gesteund door alle lidstaten, maar er is nog onenigheid over de besteding van deze fondsen aan niet-EU-landen. Erdogan heeft interesse getoond om deel te nemen aan de Europese defensie, gezien de sterke oorlogsindustrie van Turkije.
Macron benadrukt het belang van Europese autonomie en industriële productie, en pleit ervoor dat EU-lidstaten hun orders herzien om Europese uitrusting te prioriteren. Diplomatieke bronnen in Brussel zijn bezorgd dat het initiatief van 150 miljard euro kan vastlopen vanwege verschillen in standpunten over de besteding van fondsen aan niet-EU-landen.
Het is essentieel dat er compromissen worden gesloten tussen de lidstaten om het plan voor het defensie-initiatief van 150 miljard euro te laten slagen. Het overleg tussen de leiders van Parijs, Berlijn en andere hoofdsteden zal cruciaal zijn om ervoor te zorgen dat het voorstel niet wordt geblokkeerd. Europese diplomaten vrezen dat Franse bezwaren kunnen leiden tot ontsporing van het nieuwe initiatief van de Europese Commissie.
Al met al blijft de discussie tussen Frankrijk en Duitsland over de besteding van het Europese defensiepakket van 150 miljard euro een heikel punt. Het is van groot belang dat er consensus wordt bereikt tussen alle EU-lidstaten om de Europese defensie-industrie te versterken en de militaire productie te stimuleren.