123 jaar Nobelprijs voor geneeskunde: 115 prijzen, 229 wetenschappers – slechts 13 vrouwen
Vanaf de introductie van de Nobelprijs in 1901 tot 2024 zijn er in totaal 115 Nobelprijzen voor geneeskunde of fysiologie toegekend. Van deze prijzen zijn er maar liefst 229 toegekend aan in totaal 13 vrouwen. Dit betekent dat slechts 5,6% van deze prestigieuze prijzen zijn toegekend aan vrouwen. Dit laat zien hoe groot de genderongelijkheid nog steeds is in de wetenschappelijke wereld.
Het probleem van de ‘lekkende pijplijn’, waarbij vrouwen en andere ondervertegenwoordigde groepen geleidelijk afhaken in hun wetenschappelijke carrière vanwege beperkte kansen, vooroordelen en seksisme, is vooral zichtbaar in door mannen gedomineerde gebieden zoals biologie en chemie. Ondanks pogingen om genderongelijkheid te verminderen, blijft er weinig vooruitgang merkbaar op hogere niveaus van de academische wereld.
De 13 vrouwen die de Nobelprijs voor geneeskunde hebben ontvangen, hebben stuk voor stuk baanbrekend werk verricht in hun vakgebied. Zo was Gerty Cori de eerste vrouw die deze prijs ontving in 1947 voor haar ontdekking van het cirkel Cori-mechanisme. Rosalyn Yalow ontving de prijs in 1977 voor haar baanbrekende werk op het gebied van radioanalyse. Barbara McClintock werd geëerd in 1983 voor haar ontdekking van genetische transpositie.
Andere opmerkelijke vrouwelijke Nobelprijswinnaars voor geneeskunde zijn onder meer Rita Levi-Montalcini, Gertrude B. Elion, Christiane Nüsslein-Volhard, Linda B. Buck, Françoise Barré-Sinoussi, Elizabeth H. Blackburn, Carol W. Griider, May-Britt Moser, Tu You You en Katalin Karikó.
De bijdragen van deze vrouwen aan de wetenschap hebben de medische wereld ingrijpend veranderd en hebben geleid tot belangrijke ontdekkingen op het gebied van metabolisme, neurologie, genetica, en infectieziekten. Het is van cruciaal belang om de prestaties van deze vrouwen te erkennen en te vieren, en om blijvende inspanningen te leveren om genderongelijkheid in de wetenschap aan te pakken.