In Indonesië hebben recentelijk demonstraties plaatsgevonden tegen een nieuwe wet die actieve militaire officieren toestaat om overheidsposten te bekleden. De wet, die op 20 maart is aangenomen, heeft geleid tot sterke reacties in het land, dat meer dan 30 jaar onder het bewind van generaal Suharto heeft gestaan. Tot nu toe mochten maximaal tien overheidsfunctionarissen – inclusief het ministerie van Defensie – een overheidspositie bekleden zonder af te treden bij de strijdkrachten. Met de nieuwe wet kunnen zij nu maximaal vier extra overheidskantoren bekleden.
Honderden demonstranten, velen van hen gekleed in zwart en wit, verzamelden zich in de buurt van het parlement in Jakarta met spandoeken waarop slogans stonden als “Wij verwerpen het leger” en “de soldaten moeten terug naar de kazerne”. De demonstranten probeerden het politiecluster rond het parlement te doorbreken door Molotov-cocktails en vuurwerk te gooien. De politie reageerde met waterkanonnen om de menigte uiteen te drijven.
Soortgelijke protesten vonden plaats in verschillende steden in het hele land, waaronder in Surabaya, Oost-Indonesië, waar rellen uitbraken en de politie waterkanonnen moest inzetten om de menigte te disperseren. Sommige demonstranten hadden veiligheidstroepen aangevallen met stenen, hout en Molotov-cocktails.
De demonstranten tonen hun ontevredenheid over de nieuwe wet die hen zorgen baart over de toenemende invloed van het leger in de politiek. De reacties op de goedkeuring van de wet laten zien dat er verdeeldheid en onrust heerst in het land over de rol van het leger in de civiele samenleving. De autoriteiten zullen moeten reageren op de zorgen en protesten van de bevolking om verdere escalatie van het conflict te voorkomen.