De Amerikaanse vice-president, Jay Di Vance, heeft ontkend dat hij respectloos sprak over Groot-Brittannië en Frankrijk door een geplande vredesmacht in Oekraïne te beschrijven met 20.000 soldaten uit “Een willekeurig land dat al 30-40 jaar niet in een oorlog heeft gevochten.” Zijn opmerkingen over een Europese vredesmacht onder leiding van Groot-Brittannië en Frankrijk leidden tot kritiek van politici en veteranen in beide landen, die vonden dat het honderden soldaten die aan de zijde van Amerikaanse troepen in Afghanistan en Irak vochten, beledigde.
Vance verdedigde zich door te zeggen dat het overdreven oneerlijk was om te suggereren dat hij Britse en Franse troepen veroordeelde in zijn verklaringen. Hij benadrukte dat hij in zijn uitspraken niet specifiek naar het Verenigd Koninkrijk of Frankrijk verwees, maar eerder naar andere landen die waarschijnlijk betrokken zouden zijn bij een mogelijke vredesmacht in Oekraïne.
Alleen Groot-Brittannië en Frankrijk hebben zich openlijk toegewijd aan een Europese vredesmacht in Oekraïne, terwijl Britse en Franse troepen in de afgelopen 40 jaar zij aan zij met Amerikaanse troepen hebben gevochten. De reacties op Vance’s opmerkingen varieerden van diep inhumaan tot kritiek en afwijzing.
De Franse minister van Defensie, Sebastian, benadrukte het respect voor veteranen van alle geallieerde landen en beloofde ervoor te zorgen dat Franse veteranen gerespecteerd zouden worden. De reacties van politici en veteranen benadrukten de gevoeligheid rondom het onderwerp en het belang van erkenning en respect voor degenen die hun leven op het spel zetten in dienst van hun land.
Al met al heeft de controverse rondom Vance’s opmerkingen over de vredesmacht in Oekraïne de aandacht gevestigd op de gevoeligheden en de complexiteit van internationale militaire samenwerking en de erkenning van de offers die soldaten brengen in conflictsituaties. Het is duidelijk dat de kwestie van respect en erkenning van veteranen een belangrijk onderwerp blijft dat voortdurende aandacht en zorg vereist.