Het Amerikaanse Hooggerechtshof heeft voorlopig de deportaties van Venezolaanse migranten opgeschort. Dit besluit volgt op een uitspraak waarbij de regering wordt bevolen om geen leden van de Tren de Aragua-bende te deporteren totdat er een nieuwe uitspraak is door de rechtbank. President Donald Trump heeft vorige maand de wet op buitenlandse vijanden gebruikt om Venezolaanse immigranten te arresteren die verdacht worden van lidmaatschap van deze criminele organisatie voordat ze worden gedeporteerd naar een zwaar beveiligde gevangenis.
Advocaten die gespecialiseerd zijn in mensenrechten hebben een noodzakelijk beroep ingediend om de deportaties van Venezolaanse immigranten in Texas tegen te houden. De American Civil Liberties Union (ACLU) heeft aangegeven dat de immigranten die vastgehouden worden in Texas geen lid zijn van de Tren de Aragua-bende en geen misdrijven hebben gepleegd. Ze worden voornamelijk geviseerd vanwege hun tatoeages.
De wet op buitenlandse vijanden dateert uit 1798 en werd voornamelijk gebruikt tijdens oorlogstijd, zoals tegen Japanse en Duitse onderdanen in de Tweede Wereldoorlog. Een federale rechter in Washington heeft de regering van Trump beschuldigd van het negeren van het verbod op deportaties onder deze wet en het gebrek aan respect voor de rechtbank.
ACLU heeft aangegeven dat immigranten in Texas dreigen te worden gedeporteerd zonder waarschuwing of de mogelijkheid om gehoord te worden. Het Hooggerechtshof heeft nu tijdelijk de deportaties opgeschort totdat er een nieuwe uitspraak is in deze zaak. Het is een belangrijke ontwikkeling in deze zaak en zal de situatie van Venezolaanse migranten in de Verenigde Staten beïnvloeden.