Het Europees Parlement heeft onlangs nieuwe tarieven goedgekeurd voor landbouwproducten uit Rusland en Wit-Rusland. Het voorstel kreeg 411 stemmen vóór, 100 tegen en 78 onthoudingen. Het doel van deze tarieven is om de afhankelijkheid van de EU van deze import te verminderen.
Concreet heeft het Europees Parlement ingestemd met het verhogen van de EU-tarieven voor landbouwproducten uit Rusland en Wit-Rusland met 50%. Deze tarieven zullen gelden voor producten zoals suiker, azijn, bloem en voer. Daarnaast zijn er nieuwe tarieven vastgesteld voor meststoffen die uit deze landen worden geïmporteerd, variërend van 40 tot 45 euro per ton voor de periode 2025-2026. Deze tarieven zullen geleidelijk toenemen tot 430 euro per ton tegen 2028.
De inkomsten uit de verkoop van Russische en Wit-Russische meststoffen worden gezien als directe bijdragen aan de oorlog tegen Oekraïne, zoals benadrukt door het Europees Parlement. Door deze tarieven in te voeren, wordt verwacht dat de invoer van deze producten in de EU aanzienlijk zal verminderen, zowel rechtstreeks uit de landen als via andere routes.
De wetgeving geeft de commissie de bevoegdheid om de prijzen en mogelijke verliezen op de interne markt of in de EU-landbouwsector te controleren en actie te ondernemen om de impact te beperken. Het Europees Parlement heeft het eerste leesproces afgerond door voor het voorstel te stemmen. De verordening moet nu officieel worden uitgegeven door de Raad en worden gepubliceerd in de officiële krant voordat deze van kracht wordt.
Deze maatregelen zullen naar verwachting de productie van EU-meststoffen differentiëren en de importprijzen beïnvloeden. Door deze tarieven in te voeren, hoopt de EU haar afhankelijkheid van landbouwproducten uit Rusland en Wit-Rusland te verminderen en haar eigen agrarische sector te beschermen.