Het recente presidentiële decreet van Donald Trump om de financiering van het PBS-televisienetwerk en het NPR-radiostation stop te zetten heeft voor ophef gezorgd in de Verenigde Staten. Trump heeft de raad van bestuur van het CPB opgedragen om alle federale financiering van deze media stop te zetten, en toekomstige financiering te weigeren. Hij beschreef de netwerken als “vreselijk en volledig bevooroordeeld”.
Hoewel het CPB-budget al is goedgekeurd door het Congres tot 2027, roept het decreet vragen op over de werkelijke impact ervan. Trump beweert dat de federale financiering van de media verouderd en onnodig is in het huidige media-landschap, dat hij beschrijft als rijk, gevarieerd en innovatief. Hij gelooft dat het financieren van deze netwerken schadelijk is voor het imago van onafhankelijke journalistiek.
Het NPR-radiostation heeft ongeveer 40 miljoen Amerikaanse luisteraars per week, terwijl lokale PBS-televisienetwerken maandelijks zo’n 36 miljoen kijkers hebben. De directeur van NPR, Kathryn Macher, schatte dat het radiostation in 2025 ongeveer $120 miljoen van het CPB zou ontvangen, wat minder dan 5% van hun budget is.
Deze actie van de Amerikaanse regering maakt deel uit van hun inspanningen om de overheidsuitgaven drastisch te verminderen. Dit omvat ook het ontmantelen van Amerikaanse publieke uitzendingen in het buitenland, zoals Voice of America, Radio Free Asia en Radio Free Europe/Radio Liberty. Journalisten zonder Grenzen heeft de recente ontwikkelingen in de VS als een “alarmerende degradatie” van persvrijheid bestempeld.
Het is duidelijk dat de beslissing van Trump om de financiering van het PBS-televisienetwerk en het NPR-radiostation stop te zetten, veel discussie en bezorgdheid heeft veroorzaakt. Het is afwachten hoe deze actie de media-landschap en de persvrijheid in de Verenigde Staten zal beïnvloeden.