Negen EU-landen dringen er bij de Europese Commissie op aan om voorstellen in te dienen om de handel met Israëlische nederzettingen te stoppen. De ministers van Buitenlandse Zaken van België, Finland, Ierland, Luxemburg, Polen, Portugal, Slovenië, Spanje en Zweden hebben een brief gestuurd naar het hoofd van het buitenlands beleid van de EU, Kaya Calas, waarin zij aandringen op actie.
De EU is de grootste commerciële partner van Israël en vertegenwoordigt ongeveer een derde van de totale handel van goederen. Vorig jaar bedroeg de bilaterale handel tussen de EU en Israël 42,6 miljard euro. De ministers benadrukten een advies van het Internationaal Hof van Justitie waarin staat dat de Israëlische nederzettingen in Palestijnse gebieden illegaal zijn en dat staten maatregelen moeten nemen om de handel met deze nederzettingen te voorkomen.
De ministers hebben de Europese Commissie opgeroepen om specifieke maatregelen voor te stellen die ervoor zorgen dat de EU voldoet aan de verplichtingen die door de rechtbank zijn gespecificeerd. De Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Maxim Prevo, benadrukte dat Europa ervoor moet zorgen dat het commerciële beleid in overeenstemming is met het internationale recht en dat het niet bijdraagt aan het in stand houden van een illegale situatie.
De reactie van de Israëlische diplomatieke missie naar de EU op de brief is nog niet bekend. De ministers van de Buitenlandse Zaken sturen de brief voorafgaand aan een vergadering in Brussel op 23 juni, waar de relatie van de EU met Israël zal worden besproken. Tijdens de vergadering zullen de ministers beoordelen of Israël voldoet aan een mensenrechtenclausule in een overeenkomst voor haar politieke en economische banden met Europa, nadat de EU heeft besloten de overeenkomst met Israël te onderzoeken vanwege de situatie in Gaza.