Op 13 juni lanceerde Israël een aanval op Iran, waarbij werd beweerd dat het Iraanse nucleaire programma een “terugkeerpunt” had bereikt. De informatie die de regering van Israël en zijn elite mobiliseerde, was gebaseerd op vertrouwelijke gegevens die werden gepresenteerd door Western Bonds. Hoewel de volledige inhoud van de Israëlische mappen geheim blijft, kreeg The Economist toegang tot bronnen die de inhoud van deze mappen kenden, met hun bevindingen en politieke zwaartekracht.
De mappen van Israël verwijzen naar twee basisbewijzen die de versnelling van Iran’s koers naar de constructie van een kernwapen onderbouwen. Zo zouden Iraanse wetenschappers verborgen nucleair materiaal van onbekende zuiverheid hebben, niet geregistreerd door de International Atomic Energy Organisation (IAEA). Daarnaast zouden deze wetenschappers een ontmoeting hebben gepland met leidinggevenden van de raketorganisatie van de revolutionaire bewakers, wat wijst op de lancering van het “vervoeging” -proces van nucleaire kop met een raket.
De activiteit wordt gezien als een voortzetting van het AMAD-programma dat Iran in 2003 zou hebben opgeschort uit angst voor een Amerikaanse invasie. De nieuwe structuur omvat de SPND-organisatie, met activiteiten in gebieden zoals Covid-19-vaccins en lasertechnologie. Volgens Israël was de rol van de in 2020 vermoorde Mohsen Fazade, een voormalige Amad-leider, beslissend.
De “Special Progress Group” werd opgericht om de overgang naar bewapening te versnellen in het geval van een beslissing van de opperste leider Ali Khamenei. Deze activiteit zou tegen het einde van 2024 zijn toegenomen vanwege beperkte successen van Iraanse raketaanvallen, het verzwakken van de anti-luchtafweersystemen van Israëlische invallen en de ineenstorting van de bondgenoten van Iran in Gaza en Libanon.
De aanstaande ontmoeting met de Rocket-administratie wordt als beslissend beschouwd, aangezien dit zou betekenen dat Iran is overgegaan van theorie naar praktijk en de fase van bedrijfsplanning is ingevoerd. De VS en de IAEA hebben echter hun reserves geuit, waarbij de US National Information Director en de IAEA-directeur benadrukten dat er geen bewijs was van een systematische poging om een kernwapen te bouwen.
President Trump heeft ondanks deze bezwaren verklaard dat hij gelooft dat Iran heel dicht bij het verkrijgen van een kernwapen was. Dit heeft geleid tot meningsverschillen binnen zijn regering over de juistheid van de informatie en het risico van een mogelijke aanval op Iran.
De vraag blijft of de Israëlische informatie nauwkeurig is of geïnterpreteerd wordt onder de last van politieke doelen. Zelfs als de informatie geldig is, blijft de vraag of Iran daadwerkelijk de limiet heeft overschreden of dat het slechts dichterbij is dan in het verleden.