Vijftig-twee kinderen werden geboren in België tussen 2008 en 2017, als gevolg van het gebruik van sperma van dezelfde donor die een gen draagt dat kanker kan veroorzaken, volgens een rapport van de Franstalige krant Le Soir. Deze Deense donor draagt een zeldzame genetische mutatie die verband houdt met een hoog risico op het ontwikkelen van kanker op jonge leeftijd, en heeft geleid tot de geboorte van in totaal 67 kinderen in verschillende Europese landen, waarvan 52 in België werden verwekt met behulp van geassisteerde voortplantingstechnieken.
Het schokkende nieuws heeft 37 Belgische gezinnen getroffen die geconfronteerd worden met de wetenschap dat hun kinderen mogelijk het controversiële gen geërfd hebben en daardoor een verhoogd risico op kanker lopen. Tot op heden hebben tien van deze kinderen daadwerkelijk kanker ontwikkeld, zoals leukemie of lymfoom, volgens bronnen.
De Belgische minister van Volksgezondheid heeft tijdens een persconferentie onthuld dat de 52 kinderen allemaal afkomstig zijn van dezelfde Deense donor en dat zij werden verwekt door 37 vrouwen die bij 12 vruchtbaarheidscentra in België werden behandeld. De minister benadrukte de dubbele traumatische impact van deze situatie op de betrokken gezinnen, zowel vanwege de genetische zorgen als vanwege de ontdekking dat hun kinderen voortkwamen uit een veelgebruikte donor.
De zaak heeft ook de aandacht getrokken van andere Europese landen, zoals Bulgarije, Cyprus, Duitsland, Spanje, Hongarije, Ierland, Griekenland, Nederland en Polen. Griekenland heeft mogelijk ook reden tot bezorgdheid, gezien het feit dat de Deense donor ook in andere Europese landen actief was.
De Europese spermebank heeft maatregelen genomen om de situatie aan te pakken, waaronder het uitsluiten van de donor van verdere donaties nadat een kind dat van hem afkomstig was, kanker had ontwikkeld. De genetische mutatie in kwestie, geassocieerd met het Li-Fraumeni syndroom, veroorzaakt een verhoogd risico op kanker op jonge leeftijd.
De zaak onthult ernstige defecten in het Belgische bewakingssysteem, waarbij de limiet van maximaal zes kinderen per donor al lang werd overschreden zonder adequate controlemechanismen. Dit roept vragen op over de regelgeving en toezicht op vruchtbaarheidscentra in België en andere Europese landen.
Het is duidelijk dat deze kwestie diepgaande gevolgen heeft voor de betrokken gezinnen en de bredere Europese gemeenschap, en benadrukt het belang van strikte regelgeving en controles om dergelijke incidenten in de toekomst te voorkomen.