Na de Amerikaanse aanval op Iran, waarbij het Iraanse nucleaire programma vernietigd werd en de nucleaire ambities van de Islamitische Republiek geannuleerd werden, heerst er wereldwijd onzekerheid. President Donald Trump en minister van Defensie Pitt Hegschez steunen de aanval, maar experts zijn het er niet over eens of deze actie de nucleaire ambities van Iran daadwerkelijk heeft stopgezet.
De aanval op de drie nucleaire faciliteiten van Iran roept basisvragen op over het recht van de VS om dit te doen en over de mogelijke gevolgen van luchtaanvallen. Voorgaande Amerikaanse presidenten hadden ervoor gekozen om geen militaire actie tegen Iran te ondernemen, en hadden geprobeerd om de ontwikkeling van nucleaire wapens door Iran te beperken via sancties, sabotage, cyberaanvallen en onderhandelingen.
Barack Obama had een zorgvuldige overeenkomst gesloten met het Internationaal Atoomenergieagentschap over het nucleaire programma van Iran, maar Trump trok de VS tijdens zijn eerste termijn uit deze overeenkomst. Nu, in zijn tweede termijn, moet hij de gevolgen van deze beslissing onder ogen zien.
Het Congres heeft kritiek geuit op Trump omdat hij de aanval op Iran heeft uitgevoerd zonder goedkeuring van het Congres. Zowel Democraten als Republikeinen bekritiseren deze unilaterale beslissing van de president. De vraag of de VS nu in oorlog zijn met Iran blijft ook onderwerp van debat, met verschillende interpretaties van de situatie.
Europa roept op tot voortzetting van onderhandelingen en veroordeelt de Amerikaanse interventie, terwijl China en Rusland openlijk afstand nemen van de acties van de VS. De situatie blijft onzeker en de wereld kijkt gespannen toe naar verdere ontwikkelingen in dit geopolitieke conflict.