Afgelopen vrijdag vierde Wall Street feest, maar investeerders vierden niet mee. De S&P 500 en NASDAQ bereikten nieuwe historische hoogtepunten, wat op het eerste gezicht indrukwekkend lijkt. Achter deze opkomst schuilt echter een complex en vaak tegenstrijdig beeld.
De zogenaamde “Magnificent Seven” technologiereuzen, waaronder Apple, Amazon, Meta, Alphabet, Microsoft, Nvidia en Tesla, voegden gezamenlijk 4,7 biljoen dollar toe aan hun marktkapitalisatie sinds april. Echter, als groep hebben deze aandelen geen prestaties laten zien vanaf het hoogtepunt in februari tot nu. Sommige van hen hebben zelfs verliezen geleden van meer dan 30% voordat ze herstelden.
Opvallend is dat de leiders van de opkomst niet per se de bekende technologiereuzen zijn. Zo presteerde Dollar General het beste van alle blauwe chip-aandelen in de S&P 500 sinds eind februari.
Hoewel de Advance/Decline Index van de NYSE een historisch hoogtepunt heeft bereikt, wat wijst op een bredere opkomst dan velen denken, onderhandelt slechts 50% van de S&P 500 aandelen meer dan de 200-daagse gemiddelde bewegende media – een dieptepunt voor een bullmarkt. De S&P 500 Equal Weighting Index is sinds april slechts 18,7% gestegen, vergeleken met 24% van de traditionele index, wat aangeeft dat de opkomst gedeeltelijk onevenredig blijft.
In termen van sectoren, presteert de industriële sector momenteel het best, met defensie- en energieaandelen die het voortouw nemen. Aan de andere kant blijft de luxe sector voor consumentengoederen, waaronder Amazon en Tesla, in negatief gebied.
Ondanks de nieuwe records zijn beleggers sceptisch en waakzaam. Het sentiment op de markt is onzeker en angstig, vooral vanwege de onvoorspelbaarheid van president Trump en de nieuwe risico’s die zijn beleid met zich meebrengt. Beleggers worden gewaarschuwd om voorzichtig te blijven en de marktomstandigheden nauwlettend in de gaten te houden, aangezien een correctie mogelijk niet ver weg is.