De Russische federale veiligheidsdienst (FSB) zal binnenkort de bevoegdheid hebben om een netwerk van detentiecentra te creëren onder eigen jurisdictie, volgens een wetsvoorstel dat wordt aangenomen door het lagerhuis. Na de val van de Sovjet-Unie in 1991 en de toetreding van Rusland tot de Raad van Europa in 1996, verloor de FSB zijn kracht in een netwerk van detentiecentra, hoewel het hun informele controle handhaafde.
Wetgevers beweren dat de FSB dergelijke detentiefaciliteiten nodig heeft vanwege de toename van informatie en subversieve activiteiten van buitenlandse krachten sinds het begin van de oorlog in Oekraïne. De voorzitter van het Comité voor veiligheid en bestrijding van corruptie van het Lagerhuis van het Parlement verklaarde dat de wet werd aangenomen in haar laatste lezing door de plenaire vergadering.
De wet voorziet in de detentie van degenen die beschuldigd worden van misdaden tegen de staatsveiligheid in afzonderlijke detentiecentra onder de jurisdictie van de Russische FSB. Een verklarende opmerking bij het wetsvoorstel stelt dat militair personeel van de staatsveiligheid de detentiecentra zal leiden.
Verraad-, spionage- en terroristische zaken zijn in het afgelopen decennium verdrievoudigd en het aantal gedaagden is verviervoudigd. De FSB, gevestigd in Lubianca Square in het centrum van Moskou, is een van de sterkste inlichtingendiensten ter wereld, met belangrijke mogelijkheden om spionage, terrorisme, cyberaanvallen en speciale krachten te bestrijden.
De directeur, Alexander Bortnikov, verwijst rechtstreeks naar president Vladimir Poetin, die in de jaren tachtig als KGB-officier in Oost-Duitsland diende en de FSB leidde voor premier in 1999. Tegenstanders van Poetin beweren dat hij een steeds onderdrukkender politiek systeem heeft opgebouwd op basis van de FSB, terwijl zijn aanhangers stellen dat Rusland wordt aangevallen door grote westerse mogendheden en de FSB nodig heeft om de veiligheid te waarborgen en de Russische soevereiniteit te behouden.
Om de wet te maken, moet het wetsvoorstel worden goedgekeurd door het bovenste parlement van het parlement en vervolgens door de wet door Poetin worden ondertekend, stappen die meestal snel worden gevolgd zodra het lagerhuis van het parlement de wetgeving goedkeurt. Het wetsvoorstel zal naar verwachting wet worden op 1 januari 2026.