Een Noord-Koreaanse vrouw genaamd Choi Min-Giang heeft besloten om een rechtszaak aan te spannen tegen de Noord-Koreaanse leider Kim Jong Un en vier Pyongyang-ambtenaren wegens seksueel misbruik en marteling die zij heeft ondergaan tijdens haar tijd in het land. Choi Min-Giang was in 1997 naar China gevlucht, maar werd in 2008 gewelddadig teruggestuurd naar Noord-Korea, waar ze werd blootgesteld aan verschrikkelijke misstanden.
De rechtszaak die vrijdag is aangespannen, markeert een historisch moment, aangezien het de eerste keer is dat een persoon uit Noord-Korea zelf actie onderneemt tegen het regime. Mevrouw Choi wordt gesteund door een mensenrechtenorganisatie in Zuid-Korea, die van plan is om haar zaak voor te leggen aan de Verenigde Naties en het Internationaal Strafhof.
Choi Min-Giang, die erin slaagde om in 2012 te ontsnappen en zich in Zuid-Korea te vestigen, blijft echter lijden onder het psychologische trauma van haar ervaringen in Noord-Korea en ontvangt nog steeds medicatie. Internationale mensenrechtenorganisaties hebben al jaren bericht over de ernstige schendingen van de mensenrechten in Noord-Korea, variërend van misbruik van politieke gevangenen tot systematische discriminatie op basis van geslacht en sociale klasse.
De rechtszaak van Choi Min-Giang wordt gezien als een belangrijke stap in de strijd voor gerechtigheid en het aan de kaak stellen van de misdaden van het Noord-Koreaanse regime. Het doel is niet alleen om schadeloosstelling te verkrijgen, maar ook om verantwoordelijkheid te eisen voor de misdaden tegen de menselijkheid die zijn begaan. De zaak van mevrouw Choi kan hopelijk dienen als een lichtend voorbeeld voor andere slachtoffers van het gewelddadige regime in Noord-Korea.