Ondanks internationale verplichtingen en de oproep tot menselijkheid, is het systeem voor het beheer van migratie- en vluchtelingenstromen ingestort als gevolg van moderne bewegingen, geopolitieke conflicten en economische ongelijkheden. Het systeem wordt nu misbruikt als een omweg voor economische immigratie, wat leidt tot populisme en het vertroebelen van het publieke debat. De Economist pleit voor een radicale herstart: minder hypocrisie, meer realisme en een duidelijke scheiding tussen vluchtelingen, legale immigratie en onregelmatige toegang tot een land.
Het internationale regime voor vluchtelingen is oorspronkelijk ontstaan met beperkte doelen en werd in 1951 opgesteld om de terugkeer van politieke vluchtelingen naar communistische regimes te voorkomen. Hoewel het in 1967 werd uitgebreid naar de hele wereld, houden slechts weinig landen zich consequent aan hun verplichtingen. China ontvangt bijvoorbeeld minder vluchtelingen dan Lesotho en stuurt ontsnapte vluchtelingen terug naar Noord-Korea. In de Verenigde Staten heeft Donald Trump grotendeels de deuren voor asielzoekers gesloten, met uitzondering van blanke Zuid-Afrikanen.
Het vluchtelingensysteem is niet bestand tegen de druk van een geglobaliseerde wereld, waarin goedkope vliegtickets, meerdere oorlogsgebieden en grote loonongelijkheden een rol spelen. Ongeveer 900 miljoen mensen willen permanent migreren, maar vanwege het beperkte aantal legale routes kiezen velen voor het aanvragen van asiel als een manier om ergens te blijven, te werken en te integreren.
De Economist pleit voor het aanbieden van asiel in gebieden dichtbij het land van herkomst, om zowel de ontheemden te ondersteunen als de gastlanden te ontlasten. Dit zou de terugkeer naar huis vergemakkelijken en de culturele nabijheid en begrip van de crisis bevorderen. Het beheren van vluchtelingen in de buurt van hun thuisland is ook kosteneffectiever, zoals blijkt uit het voorbeeld van Tsjaad, waar de VN-Hoge Commissaris minder dan $1 per dag per persoon uitgeeft.
Het is essentieel om de incentives voor migratie te veranderen en de motieven van degenen die asiel aanvragen te heroverwegen. Regeringen moeten strenger zijn en alleen diegenen accepteren die daadwerkelijk vluchten voor gevaar, in plaats van degenen die simpelweg op zoek zijn naar een beter economisch perspectief. Door samen te werken en asielverwerkingsafspraken te maken in derde landen, kunnen rijke landen de stroom van ongecontroleerde aankomsten beheersen en ruimte creëren voor een meer georganiseerde en legale immigratie.
Kortom, het is duidelijk dat het huidige systeem voor het beheer van migratie- en vluchtelingenstromen niet langer adequaat is en een radicale herziening vereist. Door realistischer en menselijker beleid te voeren, kunnen landen effectiever omgaan met de uitdagingen van migratie en vluchtelingenstromen en tegelijkertijd voldoen aan hun internationale verplichtingen.