De Verenigde Staten hebben onlangs sancties opgelegd aan 22 bedrijven in Hong Kong, de Verenigde Arabische Emiraten en Turkije voor hun betrokkenheid bij de verkoop van Iraanse olie, zo meldde het ministerie van Financiën. Deze bedrijven zouden profiteren van de verkoop van olie aan de Islamic Revolutionary Guard Corps (IRGC), de machtigste paramilitaire organisatie in Iran, die door de VS is bestempeld als een buitenlandse terroristische organisatie.
Volgens het ministerie van Financiën zouden deze bedrijven buitenlandse accounts gebruiken om honderden miljoenen dollars aan winst van de Iraanse olie-verkoop over te maken en zo Amerikaanse sancties te omzeilen. Het geld dat op deze manier wordt gegenereerd, zou worden gebruikt om de wapenprogramma’s van Iran te financieren en diverse groeperingen in de regio te ondersteunen.
Minister van Financiën Scott Bessed benadrukte dat het Iraanse regime sterk leunt op een schaduwbankensysteem om zijn nucleaire en ballistische wapenprogramma’s te financieren, in plaats van ten goede te komen aan het Iraanse volk. Als reactie hierop heeft de VS golven van sancties opgelegd om dergelijke activiteiten te bestrijden en de druk op Iran op te voeren.
De maatregelen van het ministerie van Financiën laten zien dat de VS vastberaden zijn om op te treden tegen bedrijven die betrokken zijn bij de illegale verkoop van Iraanse olie en het ondersteunen van activiteiten die de stabiliteit en veiligheid in de regio in gevaar brengen. Door middel van deze sancties hopen de Verenigde Staten de financiële bronnen van Iran te beperken en zo de druk op het regime te vergroten. Het is een duidelijk signaal dat de VS vastbesloten zijn om actie te ondernemen tegen diegenen die de internationale sancties proberen te omzeilen en bij te dragen aan destabilisatie in de regio.