Een recente studie uitgevoerd door een onderzoeksteam aan de Universiteit van Arizona suggereert dat spinnen mogelijk oorspronkelijk afkomstig waren uit de oceanen voordat ze de beslissing namen om naar het land te trekken en zich aan te passen aan het leven op het droge. Deze interessante bevindingen kwamen voort uit de analyse van een goed bewaard gebleven fossiel van Mollisonia Symmetrica, een uitgestorven soort geleedpotige die eerder werd beschouwd als de voorouder van vlinders.
Het voorste deel van het lichaam van Mollisonia, dat bekend staat als de personen, vertoont radiale zenuwaggregaten die vijf paar ledematen regelen. Bovendien sturen de niet-gepartitioneerde hersenen van Mollisonia korte zenuwen naar een paar “remklauwen” die lijken op de hoektanden van moderne spinnen. Het meest opvallende kenmerk dat Mollisonia onderscheidt als vroege spin, is de unieke organisatie van zijn hersenen, die in tegenstelling tot geleedpotigen zoals schaaldieren en insecten een achterste oriëntatie hebben, vergelijkbaar met moderne spinnen.
Deze bevindingen dagen de heersende theorie uit dat spinachtigen pas gedifferentieerd zijn nadat hun voorouders het water hadden verlaten. De suggestie dat de eerste spinnen mogelijk evolueerden terwijl ze nog in zee leefden, werpt een nieuw licht op de evolutie van deze fascinerende dieren. Naarmate ze zich aanpasten aan het leven op het land, voedden soorten vergelijkbaar met Mollisonia zich waarschijnlijk met vroege insecten en myropoden, en beïnvloedden ze mogelijk zelfs de evolutie van insecten, inclusief het ontstaan van vleugels als verdedigingsmechanisme.
De evolutie van Mollisonia kan geleid hebben tot de moderne spinnen die we vandaag de dag kennen, zoals spinnen, schorpioenen, zonspinnen en urodows (azijn, zweepscorpioenen). Deze nieuwe inzichten in de oorsprong van spinnen werpen een interessant perspectief op hun evolutionaire geschiedenis en benadrukken het belang van voortdurend onderzoek naar de diversiteit van het dierenrijk.