De Verenigde Staten hebben gisteren sancties opgelegd aan de president en ministers van Cuba, slechts vier jaar na de historische reeks demonstraties tegen de communistische regering op het Caribische eiland. Miguel Dia-Kanel wordt gestraft voor zijn rol in de onderdrukking van het Cubaanse volk, volgens de Amerikaanse staatssecretaris Marco Rubio. De Communistische Partijleider en de staatshoofd van Cuba worden nu onder druk gezet door Washington.
Op 11 juli 2021 gingen duizenden Cubanen de straten op en eisten meer vrijheden en betere leefomstandigheden. Deze demonstraties, die breed werden gesteund door de revolutie van Fidel Castro in 1959, resulteerden in doden, gewonden en arrestaties.
President Dia-Canel gaf een “Battle Order” op de staatstelevisie aan de burgers die de regering steunden, om de demonstranten in het gareel te houden. Washington heeft de onderdrukking van de protesten veroordeeld en heeft sinds het begin actie ondernomen. De terugkeer van Donald Trump in het Witte Huis heeft de spanningen in de bilaterale relatie verder doen escaleren.
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken kondigde aan stappen te ondernemen om het beleid van maximale druk op Cuba te handhaven. Sancties zijn opgelegd aan president Dia-Canel, minister van Defensie Alvaro Lopes Miera en minister van Binnenlandse Zaken Lasaro Alberto Alvares Kasas, evenals aan andere ambtenaren van de rechterlijke macht en gevangenissen in Cuba.
Volgens de regering van Trump zitten nog steeds 700 mensen vast vanwege hun betrokkenheid bij de protesten van 2021, terwijl mensenrechtenorganisaties het aantal schatten tussen de 360 en 420. Sommigen zijn vrijgelaten na veroordelingen, terwijl anderen zijn vrijgelaten in het kader van een overeenkomst onder auspiciën van het Vaticaan.
De situatie tussen de Verenigde Staten en Cuba blijft gespannen, met Washington die sancties oplegt aan Cubaanse leiders vanwege schendingen van de mensenrechten. De toekomst van de bilaterale relatie tussen de twee landen blijft onzeker.