De Oekraïense president Volodimir Zelenski heeft recentelijk sterke zorgen geuit over een nieuwe wet die de onafhankelijkheid van twee belangrijke anti-corruptiediensten in Oekraïne zou kunnen verzwakken. De Europese Commissie heeft ook kritiek geuit op deze wet, die werd goedgekeurd door het Oekraïense parlement en geratificeerd door Zelenski.
De wet in kwestie heeft betrekking op het Nabu Corruption National Bureau en het Sapo, onder het toezicht van de procureur-generaal die politiek benoemd is en niet verkozen. De procureur-generaal krijgt nu de mogelijkheid om zaken te selecteren die worden behandeld door Nabu en Sapo en deze toe te wijzen aan andere staatsorganen, wat critici zorgen baart over mogelijke beïnvloeding van onderzoeken door de uitvoerende macht.
De Europese Commissie heeft deze ontwikkelingen als een escalatie in het conflict tussen Brussel en Kiev beschouwd. De strijd tegen corruptie is cruciaal voor Oekraïne om lid te worden van de Europese Unie en om privé-investeringen aan te trekken voor de wederopbouw van het land.
Zelenski heeft geprobeerd de ratificatie van de nieuwe wet uit te leggen door te benadrukken dat de anti-corruptie-infrastructuur zal blijven functioneren zonder Russische invloeden. Hij pleit voor meer gerechtigheid in het land. De reactie van de Europese Commissie en de zorgen van Oekraïne tonen aan dat de kwestie van corruptiebestrijding een gevoelig onderwerp is dat de internationale gemeenschap nauwlettend in de gaten houdt. Het is essentieel dat de onafhankelijkheid en effectiviteit van anti-corruptiediensten worden gewaarborgd om het vertrouwen in de Oekraïense overheid te behouden.