Een recente aanval op de synagoge van Manchester heeft opnieuw de grimmige realiteit van extremistisch geweld aan het licht gebracht. De dader, Jihad al-Sami, een Brits staatsburger van Syrische afkomst, pleegde de aanval waarbij twee Joodse gelovigen om het leven kwamen. Hij belde de politie en verklaarde dat hij namens de Islamitische Staat handelde. De gewapende politieagenten schoten Al Sami ter plaatse dood, waarbij helaas ook een van de slachtoffers werd gedood.
Al Sami was niet bekend bij de Anti-Terrorisme-organisatie, maar had een strafblad en was onlangs gearresteerd op verdenking van verkrachting. Hij werd echter op borgtocht vrijgelaten. De autoriteiten geloven dat Al Sami mogelijk was beïnvloed door de extremistische islamitische ideologie.
Tegelijkertijd vindt vandaag het proces plaats tegen twee mannen, Walid Saadawi en Amar Hussein, die worden beschuldigd van het plannen van een terroristische aanval geïnspireerd door de Islamitische Staat tegen de Joodse gemeenschap in Noordwest-Engeland. Een derde man, Billel Saadawi, wordt beschuldigd van het verbergen van terroristische informatie. Alle drie de verdachten hebben hun onschuld verklaard.
Volgens de aanklagers wilden Walid Saadawi en Amar Hussein een aanval uitvoeren om “honderden onschuldige mensen te doden” en waren ze bereid hun leven te riskeren voor de Islamitische Staat. Het plan omvatte het identificeren van Joodse doelwitten en het doden van politieagenten die hen zouden tegenhouden. Het proces heeft niets te maken met de recente aanval op de synagoge van Manchester, benadrukte rechter Mark Wall.
Deze verontrustende gebeurtenissen benadrukken de voortdurende dreiging van extremistisch geweld en het belang van blijvende waakzaamheid en samenwerking in de strijd tegen terrorisme. Het is een harde herinnering aan de noodzaak om extremisme en haat in al zijn vormen te bestrijden en de veiligheid van alle gemeenschappen te waarborgen.