De regerende partij van de “Italiaanse Broeders” heeft een wetsvoorstel ingediend om het gebruik van boerka en nicab – kleding die het gezicht en het lichaam bedekt – op alle openbare plaatsen in Italië te verbieden. Het wetsvoorstel, dat wordt beschreven als een “anti-islamitisch wetsvoorstel”, heeft als doel om de religieuze vrijheid te waarborgen, maar benadrukt dat deze vrijheid publiekelijk moet worden uitgeoefend met respect voor de grondwet en de principes van de Italiaanse staat.
Het verbod zal gelden voor elke vorm van gezichtsbedekking op openbare plaatsen, zoals winkels, scholen en kantoren. Overtreders van de regels riskeren een boete van 300 tot 3.000 euro. Dit maakt deel uit van een breder wetsvoorstel dat gericht is op het aanpakken van wat de rechtse partij van premier George Meloni omschrijft als ‘cultureel isolement’ in verband met de islam.
Het wetsvoorstel voorziet ook in strengere controle op de financiering van religieuze organisaties en verplicht niet-officieel erkende organisaties om buitenlandse financiering aan te geven, met als voorwaarde dat deze financiering de nationale veiligheid niet mag bedreigen. Italië is geïnspireerd door Frankrijk, dat in 2011 als eerste Europese land een volledig verbod op gezichtsbedekking invoerde.
In Italië bestaat al sinds 1975 een wet die volledige gezichtsbedekking op openbare plaatsen verbiedt, maar zonder expliciet naar de boerka te verwijzen. De Unie van Islamitische Gemeenschappen van Italië, een belangrijke islamitische organisatie in het land, kon niet worden bereikt voor commentaar.
Het wetsvoorstel benadrukt dat Italië zijn wetten toepast op basis van specifieke waarden en context, en streeft ernaar om de soevereiniteit en cultuur van het land te beschermen tegen buitenlandse invloeden. Het doel is om een evenwicht te vinden tussen religieuze vrijheid en nationale veiligheid.