Op 9 oktober werd een onafhankelijk mediaonderzoek gepubliceerd waaruit bleek dat er binnen het Europees Parlement een netwerk van Hongaarse spionnen was opgezet om ambtenaren te rekruteren. Deze spionnen deden zich voor als diplomaten bij de Permanente Vertegenwoordiging van Hongarije bij de EU en probeerden EU-functionarissen in Brussel uit te buiten als informanten.
De Commissie heeft kennis genomen van de kwestie en heeft aangekondigd dat er een intern onderzoek zal plaatsvinden in samenwerking met de Belgische autoriteiten. Dit nieuws brengt nieuwe hoofdpijn met zich mee voor de voorzitter van de Commissie, Ursula von der Leyen, met name vanwege de betrokkenheid van commissaris Varkheli.
Varkheli, die commissaris is voor Dierengezondheid en -bescherming en voormalig commissaris voor Uitbreiding, was ook de Hongaarse ambassadeur in Brussel in de periode dat het spionagenetwerk actief was. Hij ontkent echter elke kennis en betrokkenheid bij de spionageactiviteiten.
Sommige leden van het Europees Parlement hebben aangegeven dat er vooraf al waarschuwingssignalen waren over de mogelijke spionagepraktijken. De druk op de Commissie neemt toe, aangezien er nu wordt opgeroepen tot het ontslag van Varkheli als blijkt dat hij inderdaad betrokken was bij de spionage.
De vraag rijst of de Commissie op de hoogte was van de vermeende spionage en zo ja, welke actie zij destijds heeft ondernomen. Het is duidelijk dat deze kwestie ernstig is en dat er grondig onderzoek moet worden gedaan om de waarheid aan het licht te brengen. Het is van cruciaal belang dat alle feiten worden vastgesteld en dat er passende maatregelen worden genomen om de integriteit van het Europees Parlement te waarborgen.