De Spaanse regering onder leiding van premier Pedro Sánchez heeft aangekondigd dat symbolen van het Franco-isme uit de openbare ruimte zullen worden verwijderd. Een lijst met deze symbolen zal voor eind november worden gepubliceerd, vijftig jaar na de dood van generaal Franco. Dit besluit komt op een moment waarop het land nog steeds verdeeld is over de erfenis van de dictator.
In Spanje zijn er nog steeds duizenden standbeelden, militaire emblemen en straatnamen die eer betuigen aan Franco. Dit is iets wat veel organisaties en de linkse regering-Sánchez al lang bekritiseren. Een voorbeeld hiervan is de ‘Boog van de overwinning’ in Madrid, gebouwd om het succes van Franco’s troepen tijdens de burgeroorlog te vieren.
In 2007 begon de socialistische regering van José Luis Rodriguez Zapatero met het verwijderen van symbolen die de dictatuur verheerlijkten. Deze trend werd voortgezet onder Sanchez, die de stoffelijke resten van Franco uit het mausoleum liet verwijderen en een wet goedkeurde over het ‘democratische geheugen’.
Desondanks stuit het verwijderen van Franco-symbolen nog steeds op hevige weerstand, vooral onder Franco-nostalgici. Lokale overheden worden onder druk gezet om de symbolen te verwijderen, zoals het recente geval van het burgemeesterskantoor van Santander dat 18 straatnamen moest veranderen die verbonden waren met de dictatuur.
Deze aanpak is onderdeel van een groter proces om de erfenis van Franco uit de Spaanse samenleving te verwijderen en de herinnering aan zijn regime te vervagen. Met de publicatie van de lijst van Franco-symbolen hoopt de regering een stap te zetten in de richting van een meer democratische en inclusieve samenleving.