De PKK-Koerden hebben aangekondigd dat ze zich zullen terugtrekken uit Turkije als onderdeel van een ontwapeningsproces dat wordt gecoördineerd met de Turkse regering. Deze beslissing komt nadat de gevangengenomen leider Abdullah Öcalan opriep tot een einde aan de gewapende strijd en de ontbinding van de PKK in mei.
In juli heeft de verboden groep symbolisch enkele wapens verbrand als teken van goede wil. De PKK, die door Turkije, de VS en de Europese Unie als een terroristische organisatie wordt beschouwd, kondigde tijdens een evenement in het Qandil-gebergte in Noord-Irak aan dat al haar strijders uit Turkije zullen worden teruggetrokken.
De verklaring benadrukte dat deze stap de basis zal leggen voor een “vrij, democratisch en broederlijk leven”. De PKK is van plan om de transitie naar de politiek te maken en dringt er bij de Turkse regering op aan om integratiewetten aan te nemen die de groep in staat zullen stellen deel te nemen aan legitieme politieke activiteiten.
Tijdens de bekendmaking stonden ongeveer twintig PKK-strijders opgesteld, met een grote afbeelding van Öcalan op de achtergrond. PKK-woordvoerder Zagros Khiva verklaarde vanuit Qandil dat de groep bezig is met het uitvoeren van het vredesplan van Öcalan en dat Turkije politieke veranderingen moet doorvoeren om dit plan te implementeren.
De aankondiging van de terugtrekking van de PKK uit Turkije markeert een belangrijke ontwikkeling in de lange strijd tussen de Koerdische groep en de Turkse regering. De hoop is dat deze stap zal bijdragen aan vrede en stabiliteit in de regio en de weg zal effenen voor verdere politieke dialoog en onderhandelingen.


























































