Turkije blijft in het nieuws met een nieuw onderzoek naar spionage, gericht op de voormalige burgemeester van Istanbul, Ekrem Imamoglu, zijn campagneleider Nejati Özkan en journalist Merdan Yanardag. Deze drie personen worden verdacht van het lekken van persoonlijke gegevens van burgers en kiezersinformatie naar buitenlandse inlichtingendiensten, met als doel politiek en financieel gewin ten gunste van Imamoglu.
De Turkse oppositie heeft de regering beschuldigd van schijnvervolgingen en het gebruiken van de rechterlijke macht om haar tegenstanders te verzwakken. Het onderzoek naar spionage kwam aan het licht nadat Hussein Gun, die op 4 juli werd gearresteerd, werd beschuldigd van het handelen namens buitenlandse staten door middel van gecodeerde telefoongesprekken en het financieren van interne onrust in verschillende landen.
Uit het onderzoek is gebleken dat Gun contact had met personen die worden onderzocht vanwege banden met de Gülenisten en de PKK, evenals met diplomatieke functionarissen van het buitenland. Er werden geldoverdrachten van en naar Turkije ontdekt, evenals handgeschreven aantekeningen waarin verwezen werd naar staatsgrepen en rellen in verschillende landen.
De aanklager beweert dat Gun informatie doorspeelde aan buitenlandse inlichtingendiensten en ontmoetingen had met Mustafa Ozcan, directeur van de FETÖ-organisatie. Daarnaast had Gun contact met Nejati Ozkan, de campagneleider van Imamoglu, via een gecodeerde app waarbij hij instructies kreeg om digitale informatie te verzamelen en afluistercampagnevergaderingen te vermijden.
Het onderzoek naar spionage en de mogelijke betrokkenheid van Imamoglu en zijn team blijft de gemoederen in Turkije bezighouden. De autoriteiten zetten zich in om de waarheid boven tafel te krijgen en eventuele schendingen van de wet aan het licht te brengen. Het is afwachten hoe deze zaak zich verder zal ontwikkelen en welke gevolgen dit zal hebben voor de politieke situatie in het land.




























































