De kosten voor de wederopbouw van Syrië na een 13-jarige oorlog kunnen de 216 miljard dollar overschrijden, volgens een rapport van de Wereldbank. De infrastructuur van het land is verwoest door het langdurige conflict, wat heeft geleid tot een daling van bijna 53% van het reële bbp tussen 2010 en 2022. De nieuwe leiders van Syrië, die in december 2024 aan de macht kwamen nadat Bashar al-Assad was omvergeworpen, staan voor de enorme uitdaging van wederopbouw.
De Syrische regering rekent voornamelijk op investeringen van rijke Golfmonarchieën zoals Saoedi-Arabië, Qatar en Turkije om de infrastructuur te herstellen. De provincies Aleppo, Damascus en Homs zijn het zwaarst getroffen door de oorlog, met de infrastructuur als meest beschadigde sector, gevolgd door woongebouwen en niet-residentiële gebouwen.
De kosten van wederopbouw zullen naar schatting tien keer hoger zijn dan het verwachte bbp van Syrië in 2024. De Syrische minister van Financiën benadrukt dat internationale steun essentieel is om het land te helpen herstellen. Het is een enorme taak die voorligt, maar de Wereldbank staat klaar om samen te werken met het Syrische volk en de internationale gemeenschap om de wederopbouw te ondersteunen.