Voormalig president Janine Anies van Bolivia is na vier jaar vrijgelaten uit de gevangenis in La Paz, waar ze vastzat wegens een poging tot staatsgreep. Anies werd in 2021 vrijgelaten, maar het jaar daarop veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf vanwege het grijpen van de macht tijdens een staatsgreep na het aftreden van president Evo Morales in 2019. Morales trad af onder druk van de strijdkrachten en de politie te midden van protesten die het land in beroering brachten.
Anies, een conservatieve voormalige president, werd beschuldigd door aanhangers van Morales van het orchestreren van zijn illegale omverwerping. Ze bleef een jaar president voordat ze werd opgevolgd door de nieuwgekozen president Luis Arce. Bij haar vrijlating uit de gevangenis verklaarde Anies dat er nooit een staatsgreep had plaatsgevonden en dat ze nooit spijt zou hebben van het dienen van haar land.
Het Hooggerechtshof vernietigde de veroordeling van Anies en oordeelde dat er sprake was van schendingen van de geldende rechtsorde en de rechten van het voormalige staatshoofd. Het parlement, dat na de recente verkiezingen wordt gedomineerd door rechtse partijen, zou nieuwe vervolgingen voor de dood van demonstranten onder het presidentschap van Anies kunnen tegenhouden, aldus verenigingen van familieleden van slachtoffers. Volgens het bureau van de Ombudsman eiste het gewelddadige optreden tegen anti-regeringsprotesten destijds het leven van 36 mensen.
De vrijlating van Anies heeft geleid tot gemengde reacties in Bolivia. Sommigen zien het als een overwinning voor gerechtigheid, terwijl anderen twijfels hebben over de motieven achter de beslissing van het Hooggerechtshof. De politieke situatie in Bolivia blijft dus complex en verdeeld, met de vrijlating van Anies als een nieuw hoofdstuk in het politieke landschap van het land.





























































