De voormalige minister van Transport van de regering-Sánchez, José Luis Ambalos, wordt beschuldigd van corruptie in Spanje tijdens de pandemie. Een rechter heeft zijn verwijzing naar de rechtszaak gevraagd, samen met zijn voormalige assistent Coldo Garcia en de ondernemer Victor de Aldama. Naast corruptie worden de drie mannen ook beschuldigd van ongepaste beïnvloeding, deelname aan een criminele organisatie en verduistering van publieke middelen.
De zaak kwam aan het licht nadat Garcia werd gearresteerd en fraude aan het licht bracht, waarbij een bedrijf voor € 53 miljoen aan contracten kon binnenhalen om maskers aan overheidsinstanties te leveren. Ambalos, die naast minister ook secretaris was van de Socialistische Partij (PSOE), werd al snel geïdentificeerd als betrokken bij de zaak.
De zaak, bekend als de “Koldo-zaak”, heeft zich uitgebreid naar vermoedens van onregelmatigheden binnen de Socialistische Partij. Premier Pedro Sánchez heeft zijn excuses aangeboden aan de Spanjaarden en benadrukt dat hij niet op de hoogte was van de zaak en dat de PSOE nooit illegale financiering heeft ontvangen.
Sánchez is ook betrokken bij andere rechtszaken waarbij zijn vrouw Begonia Gomez en zijn broer David worden genoemd. Gomez wordt verwacht te worden berecht wegens corruptie en ongepaste invloed, terwijl David zal worden berecht wegens ongepaste beïnvloeding.
De Spaanse premier heeft herhaaldelijk zijn onschuld benadrukt en blijft betrokken bij de lopende rechtszaken. De zaak werpt een schaduw over de regering-Sánchez en de Socialistische Partij, die geconfronteerd wordt met beschuldigingen van corruptie en onregelmatigheden tijdens de pandemie.






























































