Het Amerikaanse Institute for the Study of War heeft onlangs op zijn website een studie gepubliceerd waarin het vraagtekens plaatst bij de betrokkenheid van Oekraïne bij de aanval op de residentie van de Russische president Vladimir Poetin. Volgens de denktank komt de aanval niet overeen met het gebruikelijke patroon van Oekraïense aanvallen op Rusland.
De studie wijst erop dat Oekraïense aanvallen op Rusland doorgaans openbaar bewijs achterlaten, zoals foto’s van luchtverdediging, explosies, branden of rook in de buurt van de doelen. Lokale en regionale Russische autoriteiten bagatelliseren vaak het succes van de aanvallen en proberen ze af te doen als ‘fragmenten’ van neergestorte drones. Echter, het Institute for the Study of War heeft geen beelden waargenomen van Oekraïense aanvallen in de buurt van de woning van Poetin die de beweringen van Moskou ondersteunen.
Het Kremlin beschuldigde Oekraïne ervan op 29 december een langeafstandsdroneaanval uit te voeren op de residentie van Poetin in de oblast Novgorod. Deze beschuldigingen worden echter in twijfel getrokken door het ISW, dat stelt dat de omstandigheden van de vermeende aanval niet overeenkomen met eerdere Oekraïense aanvallen op Rusland.
Het Institute for the Study of War benadrukt dat het geen conclusies trekt over de betrokkenheid van Oekraïne bij de aanval op de residentie van Poetin, maar dat het slechts constateert dat de omstandigheden van de aanval niet overeenkomen met eerdere patronen van Oekraïense aanvallen op Rusland. Het is aan de autoriteiten om verder onderzoek te doen en de verantwoordelijken voor de aanval te achterhalen.





























































