Volgens het nieuwe plan zullen de OPEC+-leden jaarlijks een audit ondergaan van hun olieproductiecapaciteit. Deze beslissing is genomen om ervoor te zorgen dat de productiequota die door de organisatie worden vastgesteld, beter in overeenstemming zijn met de werkelijke productiecapaciteit van elk land. Dit plan is tot stand gekomen na een overeenkomst die onlangs werd bereikt en die wordt gezien als een belangrijke stap in het oplossen van langdurige problemen binnen de OPEC+.
Sommige leden van de OPEC+, zoals de Verenigde Arabische Emiraten, hebben hun productiecapaciteit vergroot en streven naar hogere productiedoelstellingen. Aan de andere kant hebben Afrikaanse leden juist een daling in hun productiecapaciteit gezien. Voor sommige leden kan het politiek en economisch moeilijk zijn om lagere productiedoelstellingen te accepteren, gezien hun theoretische capaciteit.
Eerder trok Angola zich al terug uit de Organisatie van Olie-Exporterende Landen vanwege onenigheid over de productiequota. Om de geloofwaardigheid van toekomstige productieovereenkomsten te vergroten, zullen de evaluaties van de productiecapaciteit van de OPEC+-leden in 2026 van start gaan en gebruikt worden als basislijnen voor de quota van 2027.
De OPEC+ heeft besloten om het Amerikaanse bedrijf DeGolyer & MacNaughton aan te stellen om de schattingen van de productiecapaciteit van 19 van de 22 OPEC+-leden uit te voeren. Dit bedrijf zal echter niet de productiecapaciteit van Rusland, Iran en Venezuela evalueren, vanwege Amerikaanse sancties tegen deze landen.
Het doel van deze jaarlijkse audits is om een nauwkeuriger beeld te krijgen van de werkelijke productiecapaciteit van elk land, zodat de vastgestelde productiequota beter kunnen worden afgestemd op de daadwerkelijke mogelijkheden. Door deze transparantie hoopt de OPEC+ de geloofwaardigheid van haar productieovereenkomsten te versterken en stabiliteit op de oliemarkten te bevorderen.





























































