Het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten heeft gisteren een zeldzame nederlaag geleden tegen president Donald Trump, waardoor de inzet van de Nationale Garde in Chicago voorlopig wordt geblokkeerd. De hoogste rechtbank oordeelde dat de regering niet voldoende juridische basis had gepresenteerd om een dergelijke ontwikkeling te rechtvaardigen, aangezien de Posse Comitatus Act uit 1878 het leger verbiedt om in eigen land te worden ingezet voor wetshandhavingsoperaties, behalve in zeer uitzonderlijke omstandigheden.
Ondanks een conservatieve meerderheid bevestigde het Hooggerechtshof de uitspraak van een lagere rechtbank die de inzet van de Nationale Garde blokkeerde. De regering-Trump had het bevel gerechtvaardigd door te verwijzen naar de noodzaak om federale politie te beschermen die belast is met het uitvoeren van massale deportaties van illegale immigranten.
Gouverneur JB Pritzker van Illinois prees de beslissing van het Hooggerechtshof als een grote overwinning voor de democratie en een belangrijke stap om de opmars van Trump naar autoritarisme te vertragen. Hij benadrukte dat de Nationale Garde niet mag worden gebruikt voor politieke stunts en dat de dappere mannen en vrouwen van de Garde het verdienen om bij hun families en gemeenschappen te zijn, vooral tijdens de feestdagen.
De reactie van het Witte Huis was dat de inzet van de Nationale Garde was bedoeld om de federale wetshandhaving te beschermen en te voorkomen dat federale gebouwen werden vernietigd door relschoppers. Ondanks deze reactie heeft het Hooggerechtshof de ontwikkeling geblokkeerd en daarmee een belangrijke beslissing genomen om de scheiding der machten te handhaven en de rechtsstaat te beschermen.





























































