Het recente conflict tussen Israël en Iran heeft de VS doen ingrijpen in de regio, met de Amerikaanse president Donald Trump die overwoog om nucleaire faciliteiten in Teheran aan te vallen. Deze actie markeert de intentie van Trump om de VS direct betrokken te laten raken in het Midden-Oosten, iets wat zijn voorgangers niet succesvol hebben kunnen doen.
De Amerikaanse operatie tegen Iran werd gekenmerkt door absolute geheimhouding, waarbij er geen informatie werd gelekt over het exacte tijdstip van de aanval. Zelfs de Democraten werden niet op de hoogte gesteld van de operatie, wat duidt op de vastberadenheid van het Witte Huis om discreet te handelen.
De Amerikaanse geheime diensten hanteerden oude tactieken van bedrog, zoals het niet lekken van informatie over de vertrekpunten van de B-2 bommenwerpers die bij de operatie betrokken waren. Dit zorgde voor verwarring over het tijdstip en de locatie van de aanval.
Achter de schermen waren er geheime onderhandelingen gaande, mogelijk in verband met Turkse president Tayyip Erdogan en communicatiekanalen met de Iraniërs om te verzekeren dat de Amerikaanse interventie niet zou leiden tot een verandering in de status quo. Het Witte Huis probeerde ook de vergelding te beperken en open communicatiekanalen met Teheran open te houden.
De Amerikaanse president Trump kreeg lof van Republikeinen en zelfs enkele Democraten voor zijn beslissing om in te grijpen in Iran. Dit toonde aan dat zijn actie, hoe controversieel ook, steun genoot van een breed politiek spectrum. De reactie van Iran op deze interventie blijft echter nog af te wachten.