De afgelopen maand lijkt de Amerikaanse president Donald Trump meer “bevrijd” dan ooit tevoren, terwijl hij een meedogenloze macht uitoefent en iedereen probeert te neutraliseren die hem in de weg staat. Dit alles speelt zich af in een maand die traditioneel wordt beschouwd als “vervloekt” voor Amerikaanse presidenten, zoals CNN opmerkt. Met zijn acties die de grenzen van de grondwet testen, probeert de Republikeinse leider de regels omver te werpen.
Augustus is historisch gezien een zware maand geweest voor Amerikaanse presidenten. In 2014 zag Barack Obama zijn vakantie overschaduwd door oordelen over zijn leiderschap vanwege oorlogen in Gaza en Oekraïne. Voor Joe Biden wordt het begin van zijn achteruitgang vaak geassocieerd met de zelfmoordaanslag op Kabul Airport op 26 augustus 2021.
Donald Trump daarentegen was vastbesloten om “de vloek te breken”. In augustus probeerde hij de grenzen van de wet en de grondwet te testen, met dreigementen om de etniciteit te federaliseren en troepen naar Chicago te sturen. Hij verdedigde zijn acties door te zeggen: “Ik heb het recht om te doen wat ik wil. Ik ben de president van de Verenigde Staten.”
Op financieel gebied kondigde Trump aan dat hij Lisa Cook, een lid van de raad van bestuur van de Fed, had verwijderd vanwege vermeende onregelmatigheden op hypotheken. Hoewel het onduidelijk is of de president de bevoegdheid heeft om een Fed-lid te ontslaan, probeert Trump de controle over de centrale bank te krijgen en zijn wil op te leggen.
Trump gebruikt tijd en gerechtelijke procedures als wapen tegen zijn politieke vijanden, zoals senator Adam Sif, officier van justitie van New York Letitia James en voormalig nationaal veiligheidsadviseur John Bolton. Zijn gevoel van almacht en straffeloosheid groeit naarmate zijn naaste medewerkers hem publiekelijk prijzen.
Institutionele “remmen” lijken zelden te werken tegen Trump. Het Hooggerechtshof heeft een brede presidentiële immuniteit erkend, en het congres lijkt terughoudend om controle uit te oefenen. Trump’s voormalige advocaat Tai Kob waarschuwt dat deze perceptie van straffeloosheid de rechtsstaat zelf bedreigt.