Het Hooggerechtshof van Texas heeft vandaag de geplande executie van Robert Roberson geannuleerd. Roberson, een 58-jarige man met autisme, stond terecht voor de dood van zijn dochter, die eerder werd toegeschreven aan het “baby-shake-syndroom”. Ondanks ernstige twijfels over deze diagnose, werd hij veroordeeld tot de doodstraf. Echter, het Hof heeft de executie geannuleerd en heeft verzocht om een herhaling van het proces, gebaseerd op nieuwe medische analyses.
Volgens de advocaten van Roberson zijn er medische fouten gemaakt in de oorspronkelijke diagnose. Zij stellen dat de dood van zijn dochter eigenlijk veroorzaakt werd door een ernstige longontsteking, die verergerd werd door verkeerde medicatie. Deze visie wordt ondersteund door 34 artsen, die geloven dat de oorspronkelijke diagnose van het baby-shake-syndroom onjuist was.
Het autisme van Roberson, dat pas in 2018 officieel werd vastgesteld, werd destijds geïnterpreteerd als ‘onverschilligheid’, wat bijdroeg aan zijn veroordeling. Deze interpretatie is nu in twijfel getrokken door recente medische analyses. Het Hooggerechtshof heeft verwezen naar een soortgelijke zaak uit 2024, waarin een soortgelijke diagnose werd betwist en de verdachte zou zijn vrijgesproken met de kennis van vandaag.
Ondersteuners van Roberson, waaronder politieagent Brian Wartton en auteur John Grisham, geloven dat er sprake was van een verkeerde diagnose en dat de artsen zijn dood aan het verkeerde syndroom hebben toegeschreven. Zij zijn blij met de annulering van de executie en hopen op een eerlijk proces voor Roberson, waarin zijn autisme en de medische fouten worden meegenomen in de beoordeling van zijn zaak.
Het is opvallend dat de rechtbanken zelden een wet uit 2013 toepassen die veroordelingen op basis van onjuiste wetenschappelijke gegevens ongedaan moet maken. De parlementsleden die Roberson hadden uitgenodigd om te getuigen, betreuren dit en hopen dat het herhaalde proces zal leiden tot gerechtigheid voor Roberson en zijn dochter.