Het Hongaarse oppositieleider Peter Mayar heeft de autoriteiten beschuldigd van het illegaal lekken van persoonlijke gegevens van zijn aanhangers na een kwaadaardige cyberaanval. Mayar beweert dat zijn partij, TISZA, al maandenlang doelwit is van internationale hackers die naar verluidt worden gesteund door Russische diensten. Het lek werd ontdekt door regeringsgezinde media, die meldden dat een database met 200.000 namen uit de mobiele app van TISZA online was geplaatst. Deze database bevatte gebruikersnamen, e-mailadressen en telefoonnummers.
De acties van de hackers zijn volgens Mayar gericht op het intimideren van zijn aanhangers en het voorkomen van voorverkiezingen die via de app gepland waren om de kandidaat van TISZA voor te dragen bij de parlementsverkiezingen. Ondanks de cyberaanval zal de stemming wel doorgaan, zij het op een andere locatie. Mayar leidt momenteel in de peilingen boven de zittende premier Viktor Orban, die al vijftien jaar aan de macht is.
Orban heeft nog niet direct gereageerd op de beschuldigingen van Mayar, maar sprak wel over “mensen uit Oekraïne” die betrokken zouden zijn bij het beheer van de gegevens. Hij heeft een onmiddellijk onderzoek gelast naar de kwestie. Dit is niet de eerste keer dat de oppositie in Hongarije te maken krijgt met cyberaanvallen. In 2021 moesten de eerste voorverkiezingen ooit georganiseerd door de oppositie worden opgeschort vanwege een cyberaanval van mogelijk buitenlandse oorsprong.
De beschuldigingen van Mayar en de daaropvolgende reacties van Orban werpen een schaduw over de aanstaande parlementsverkiezingen in Hongarije, die gepland staan voor april. Het is duidelijk dat cyberaanvallen een steeds grotere rol spelen in de politieke arena, en de bescherming van persoonlijke gegevens en online veiligheid worden steeds belangrijker in de moderne wereld.













 







































 








