Meer dan dertig dwergvinvissen zijn dood aangetroffen in de Zwarte Zee nadat twee olietankers zijn gezonken. Op 15 december zonken de Russische tankers Volgoneft-212 en Volgoneft-239 tijdens een storm in de Straat van Kertsj, tussen Rusland en de Krim. Deze schepen hadden in totaal 9.200 ton stookolie aan boord, waarvan ongeveer 40% in zee terecht is gekomen.
Een gespecialiseerde NGO genaamd “Delpha” heeft gemeld dat er in totaal 61 dode walvissen zijn geregistreerd, waarvan 32 na 15 december. De organisatie vermoedt dat de dood van deze zeezoogdieren hoogstwaarschijnlijk verband houdt met de olieramp. Bijna dagelijks ontvangen ze nieuwe informatie over sterfgevallen, voornamelijk van bruinvissen.
De situatie in de Zwarte Zee blijft zorgwekkend vanwege de aanzienlijke vervuiling door gemorste olie. Autoriteiten en vrijwilligers zijn al drie weken bezig met een grootschalige schoonmaakactie. Ruim 96.000 ton verontreinigd zand is al weggespoeld van de kustlijn, maar er wordt geschat dat in totaal zo’n 200.000 ton grond aangetast kan zijn door de olieramp.
De Russische autoriteiten proberen de gevolgen van de ramp aan te pakken, maar de impact op het zeeleven in de Zwarte Zee is nu al duidelijk zichtbaar. De dood van meer dan dertig dwergvinvissen is slechts het topje van de ijsberg wat betreft de schade die is aangericht door het zinken van de olietankers. Het is belangrijk dat er snel actie wordt ondernomen om verdere schade aan het milieu te voorkomen en de getroffen dieren te helpen.