Een recente studie, geleid door Dr. Maria Khira van IAADET/National Observatory of Athens, heeft nieuwe inzichten opgeleverd over hoe zwarte gaten zich voeden. De resultaten van deze studie, gebaseerd op gegevens van de röntgentelescoop eROSITA/SRG, tonen aan dat de manier waarop zwarte gaten zich voeden veel complexer is dan eerder werd gedacht.
Het proces waarbij materie naar superzware zwarte gaten stroomt, wordt beïnvloed door de omstandigheden in de kosmos en verandert met de tijd. Het is algemeen bekend dat superzware zwarte gaten in het centrum van sterrenstelsels groeien doordat materie naar binnen wordt getrokken en uiteindelijk in het zwarte gat valt. Dit blijft een belangrijk onderzoeksonderwerp in de astrofysica.
Astronomen bestuderen dit fenomeen door het heldere licht te observeren dat ontstaat wanneer materie naar het zwarte gat valt en door wrijving en zwaartekracht tot hoge temperaturen wordt verwarmd. Dit resulteert in de vorming van quasars, enkele van de helderste objecten in het heelal. Een belangrijke ontdekking in quasaronderzoek is de sterke correlatie tussen uitgezonden röntgenstraling en ultraviolet licht, die cruciale informatie biedt over de geometrie en fysieke omstandigheden van de roterende materie.
De nieuwe studie werpt echter vragen op over de universaliteit van deze relatie. Uit de resultaten blijkt dat toen het heelal jonger was, ongeveer half zo oud als nu, de correlatie tussen röntgenstraling en ultraviolet licht van quasars aanzienlijk verschilde van die in het nabije heelal. Dit suggereert dat de omstandigheden die de groei van zwarte gaten beheersen in de loop van de kosmische geschiedenis zijn veranderd.
Deze ontdekking biedt nieuwe inzichten in hoe superzware zwarte gaten het vroege heelal hebben gevormd. De studie werd mogelijk gemaakt door nieuwe röntgenwaarnemingen van een groot aantal quasars door de eROSITA-telescoop. Door innovatieve statistische hulpmiddelen te gebruiken, konden de onderzoekers de tijdsafhankelijkheid van de associatie tussen röntgenstraling en ultraviolet licht blootleggen, wat niet eerder zichtbaar was in eerdere onderzoeken.





























































