Tweehonderd elf Griekse onderdanen staan op de lijst van de migratie- en douanehandhavingsdienst van de Verenigde Staten (ICE) die een definitief deportatiebevel hebben ontvangen maar nog niet vastzitten. In totaal zijn er 1.445.549 buitenlanders opgenomen in deze lijst, waarvan de juridische procedures zijn afgerond op 24 november 2024, volgens The Res. ICE heeft echter geen specifieke verklaringen gegeven over waarom de repatriëring van deze personen moeilijk of vertraagd is.
Er zijn diverse redenen waarom ICE mogelijk niet in staat is om de deportaties uit te voeren. Dit kan te maken hebben met buitenlandse onderdanen die bescherming tegen deportatie zoeken, zoals asielverlening, een verbod op verwijdering of bescherming onder het Verdrag tegen Foltering. Indien een niet-Amerikaanse burger een vorm van bescherming heeft gekregen, kan ICE het deportatieproces niet voortzetten.
Het ministerie van Binnenlandse Veiligheid benadrukt dat elk land verplicht is om de terugkeer van zijn burgers en onderdanen te accepteren die geen recht hebben om in de Verenigde Staten te blijven. Het gebrek aan samenwerking van buitenlandse regeringen kan het verwijderingsproces vertragen. Daarom vraagt de Amerikaanse regering buitenlandse staten om stappen te ondernemen om de nationaliteit van niet-Amerikaanse burgers te bevestigen en hun fysieke terugkeer te accepteren.
Als een land niet meewerkt aan de terugkeer van zijn onderdanen, kan dit leiden tot opname op de lijst van niet-coöperatieve landen of landen met een risico op niet-naleving. Op dit moment beschouwt ICE 15 landen als niet-coöperatief, waaronder Bhutan, Birma, Cuba en de Volksrepubliek Congo. Het is essentieel dat landen samenwerken om de terugkeer van hun onderdanen te vergemakkelijken en het deportatieproces soepel te laten verlopen.