Het vluchtelingenkamp van Jenin op de bezette Westelijke Jordaanoever staat op de rand van vernietiging, aldus de dienst van de Verenigde Naties voor Palestijnse vluchtelingen (UNRWA). Na een uitgebreide Israëlische legeroperatie in het gebied, is een groot deel van het kamp volledig vernietigd door explosies veroorzaakt door de Israëlische troepen. UNRWA schat dat ongeveer 100 huizen beschadigd of volledig verwoest zijn.
Juliette Tuma, woordvoerder van UNRWA, benadrukte dat de inwoners van het kamp ondraaglijk hebben geleden als gevolg van de recente gebeurtenissen. De dienst heeft sinds donderdag geen eerdere waarschuwing ontvangen vanwege een verbod op contacten tussen VN-medewerkers en Israëlische functionarissen. Israël heeft UNRWA beschuldigd van samenwerking met islamitische militanten, een beschuldiging die de dienst ontkent.
De Israëlische operatie in Jenin begon op 21 januari, twee dagen na het staakt-het-vuren in de Gazastrook. Het leger heeft verklaard dat sinds 14 januari minstens 50 “terroristen” op de Westelijke Jordaanoever zijn gedood. De golf van explosies in Jenin vond plaats op een moment dat kinderen normaal gesproken naar school zouden terugkeren, waardoor 13 scholen die door UNRWA worden beheerd gesloten bleven, met 5.000 kinderen die daardoor geen onderwijs konden volgen.
De activiteiten van UNRWA in het Jenin-kamp werden volledig stopgezet sinds begin december 2024. De situatie in het kamp wordt steeds nijpender en de humanitaire crisis dreigt te escaleren. Het is belangrijk dat de internationale gemeenschap actie onderneemt om de veiligheid en het welzijn van de Palestijnse vluchtelingen in Jenin te waarborgen. Het is van cruciaal belang dat er een einde komt aan het geweld en dat er wordt gewerkt aan een duurzame vrede in de regio.