Na moeilijke onderhandelingen heeft de Spaanse regering vandaag groen licht gegeven voor het verkorten van de wekelijkse werktijd van 40 naar 37,5 uur. Minister van Arbeid Yolanda Diath van de radicale linkse partij Sumar noemde het een historische dag, aangezien de wettelijke duur van de werkweek in Spanje al 41 jaar niet was veranderd. Volgens haar zal de vermindering van de werkuren de productiviteit in het land verbeteren.
De tekst die vandaag is goedgekeurd, is het resultaat van een overeenkomst die op 20 december is ondertekend met de vakbonden Ugt en CCOO, maar niet met werkgeversorganisaties. Deze laatste maken zich zorgen over de impact van de hervorming op het Spaanse concurrentievermogen en beweren dat niet alle sectoren op dezelfde manier zullen worden beïnvloed.
Minister Diath heeft de angst voor de impact van de hervorming op de Spaanse economie afgewezen en benadrukt dat het land meer banen en een grotere economische groei heeft dan ooit tevoren. De verlaging van de werkweek van 40 naar 37,5 uur per week was een belofte die was opgenomen in het gezamenlijke programma van de partijen Sumar en de Spaanse socialistische partij (PSOE).
De verandering in de werktijd zal naar verwachting bijna 12 miljoen werknemers in de particuliere sector treffen, met name in sectoren zoals handel, horeca en landbouw. De grootste uitdaging voor de regering van premier Pedro Sanchez, die geen absolute meerderheid heeft in het parlement, zal zijn om zijn parlementaire partners te overtuigen van de noodzaak en voordelen van deze hervorming.
De vandaag geratificeerde overeenkomst stuit op verzet van de Baskische nationalistische PNV-partij en de Catalaanse partij Junts per Catalunya (JXCAT), die de regering steunen maar bekend staan als vriendelijk voor de zakenwereld. Het is een belangrijke stap richting modernisering van de Spaanse arbeidswetgeving en het verhogen van de efficiëntie op de werkvloer.